• 1 sjalotje
  • 100 gram gepelde garnalen
  • 40 gram boter
  • 30 gram bloem
  • ¼ liter melk
  • 40 gram geraspte belegen kaas
  • 2 eetlepels gesnipperde bieslook
  • ½ theelepel chilipoeder
  • zout
  • peper
  • nootmuskaat
  • 1 ei
  • paneermeel
  • olie om te frituren
  • Snipper het gepelde sjalotje.
  • Hak de garnalen in niet te kleine stukken.
  • Smelt de boter in een steelpan en bak de sjalot zachtjes ca. 3 minuten.
  • Roer de bloem erdoor en laat het mengsel, al roerende, zachtjes ca. 1 minuut pruttelen.
  • Schenk, al roerende, scheutje voor scheutje de melk erbij; blijf roeren tot de saus dik en glad gebonden is.
  • Laat de saus ca. 5 minuten zachtjes pruttelen en indikken.
  • Neem de pan van het vuur en roer de garnalen, kaas, bieslook en chilipoeder door de saus.
  • Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat.
  • Schenk de saus in een wijde schaal en laat de saus afkoelen; laat het mengsel, afgedekt in de koelkast, in minstens 30 minuten opstijven.
  • Klop het ei los in een diep bord en strooi paneermeel op een plat bord.
  • Vorm van het garnalenmengsel ca. 12 balletjes en wentel die eerst door het losgeklopt ei en vervolgens door het paneermeel.
  • Verhit de frituurolie tot 180 graden C.
  • Frituur de garnalenballetjes, niet te veel tegelijk, in ca. 4 minuten goudbruin.
  • Laat de balletjes op keukenpapier uitlekken en serveer direct.
FacebookTwitterEmail